Ontstaan van scouting.
De stichter van de scoutsbeweging is Lord Robert Baden Powel of Gilwell. Hij werd geboren te Oxford op
22 februari 1857 als zoon van een dominee. (Nu nog wordt 22 februari over gans de wereld als BP-dag gevierd en houden de scouts eraan die dag hun uniform te dragen).
Robert Baden Powel volgde de lessen aan de militaire academie te Sandhurst en deed dienst in Indië, Afghanistan en Zuid-Afrika.
Tijdens de boerenoorlog (1899-1900) kwam hij op het idee jongens te gebruiken voor bepaalde opdrachten en gaf hen daarvoor een geschikte opleiding. Hij stelde zijn bevindingen te boek in "Aids to Scouting" (=hulp voor legerverkenners).
Toen hij in 1903 naar Engeland terugkeerde ontdekte hij dat veel jongens de raadgevingen uit zijn boek volgden en hij besloot een programma uit te werken voor de opvoeding van de Engelse jeugd.
In 1907 beproefde hij zijn ideeën tijdens een kamp op het Brownsea eiland en het volgende jaar gaf hij zijn Scouting for Boys uit. Nu ontstonden er in Engeland overal Scoutsgroepen en Baden Powel vond het noodzakelijk zijn militaire carrière op te geven en zijn verder leven te wijden aan het scoutsbroederschap, die hij in het leven geroepen had. Weldra breidde scouting zich ook uit naar het Britse Gemenebest en naar de andere landen van de wereld. In 1920 had de eerste Jamboree plaats en werd hij tot adel verheven. In 1938 trok hij zich terug in Kenya, waar hij op 8 januari 1941 overleed. Zijn scoutsbeweging bleef steeds groeien.
Op dit ogenblik zijn er meer dan 19 miljoen scouts, verspreid over al de landen van de wereld. Belgie was het eerste land op het Europees vasteland waar een scoutsbeweging werd opgericht. Dit gebeurde in Brussel in 1910 onder leiding van een jonge Engelsman Harold Parfitt. De beweging kende zo'n succes dat er weldra groepen opgericht werden in alle grote steden.
In 1914 startte de eerste Sea-Scouts te Antwerpen. Reeds van in het begin werd er op aangedrongen dat de scoutsbeweging OPEN moest zijn voor alle jongeren, ongeacht hun afkomst, ras of geloof. In 1919 werd de gidsenbeweging gesticht. In 1945 werd besloten beide verenigingen tot één te versmelten. Zo ontstond de B.S.B.-G.G.B. (Boy-Scouts van België - Girl-Guides van België) wat verder is uitgegroeid tot het gekende V.V.K.S.M.
Scouting in België
De eerste sporen van scouting in België zijn te vinden in 1910, dus zeer vroeg na het ontstaan van de beweging in Engeland. De eerste groepen, in Antwerpen en Brussel, werden gesticht door in België verblijvende Britten. Later ontstonden 2 bewegingen: Boy Scout de Belgique (= niet katholiek) & Belgian Catholic Scouts.
Nadat in 1913 de eerste Vlaamse scouts ontstaan is er nog veel te doen geweest over katholiek, vrijzinnig, Vlaams of Waals. Uit die wortels is heden een organisatie van 130 000 jongens en meisjes voortgekomen. Dit is iets meer dan 10% van de jongeren tussen 6 en 20 jaar. Deze jongeren zijn verenigd in vijf federaties die beperkt samenwerken. Zij hebben een organisatie opgericht met respect voor ieders taal, godsdienstige & filosofische overtuiging en manier van werken. Sinds 1979 heet deze beweging GSB of Gidsen- en scoutsbeweging in België.
Volgende federaties zijn aangesloten:
FOS: Federatie voor Open scoutisme: een Nederlandstalige, pluralistische organisatie voor scouts & gidsen.
VVKSM: Vlaams Verbond van Katholiek Scouts en Meisjesgidsen: een Nederlandstalige, katholieke organisatie voor gidsen en scouts. Plaatselijke groepen kunnen al niet niet kiezen om gemengd te werken.
GCB: Guides Catholiques de Belgique: een franstalige, katholieke gidsenorganisatie voor meisjes tot 17 jaar en voor meisjes & jongens vanaf 17 jaar
FSC: Féderation des Scouts Catholiques de Belgique: een franstalige, katholieke scoutsorganisatie voor jongens & meisjes.
SGP: Scoutes et Guides Pluraliste: een franstalige, pluralistische organisatie voor jongens & meisjes.
Scouting Internationaal
Scouting is een wereldwijde organisatie gesticht door Robert Baden-Powell die voor het eerst op kamp ging in 1907 met een twintigtal jongeren van alle sociale klassen. De eigenlijke Boy Scout Association werd pas in 1909 gesticht. Nog voor 1914 kende scouting een ruime verspreiding in het buitenland. Tijdens WO I bewezen de scouts en hun leiders in verschillende landen hun waarde als patriottische en dienstverlenende beweging. Baden-Powell reageerde hierop en zei. Onze scoutsbroederschap kan een grote rol spelen in het plan om de naties te verenigen. In scouting kwam stilaan een bredere visie die ideeën inhield over internationalisme, wereldwijde samenwerking en wereldbroederschap. De manier waarop in scouting met kinderen wordt omgegaan, verschilt sterk volgens het cultuurpatroon waarbinnen de jeugdbeweging zich situeert. Scouting is dan ook een beweging met vele gezichten: er worden heel verschillende dingen gedaan, en toch is men met hetzelfde bezig.
Ter illustratie volgt hier een greep uit de vele scouts- en gidsenbewegingen in diverse landen.
* De verkenners en gidsen in de USA kunnen op kamp tennissen, paardrijden, zeilen; die van Australië bouwen travhydro-torens, rijden met brommers, doen aan waterski of leggen kleine vliegveldjes aan in de woestijn. Je zou kunnen spreken van droomkampen, gesponsord door grote firma’s, waar je de soberheid van pionieren vindt naast al het comfort uit de consumentenmaatschappij in kant- en klaarmaaltijden.
De maatschappelijke vorming is er erg nationalistisch getint.
* Op kamp gaan in Senegal is o.m. de mensen uit de Sahel op een efficiënte manier leren koken zodat de bossen maximaal gespaard blijven.
* In Rio de Janeiro helpen scouts met het onderhouden van de hygiëne en in de voorziening van zuiver drinkwater.
Elke 4 jaar wordt er een internationaal scoutskamp georganiseerd, een Jamboree genoemd.
Basispeilers
We willen als jeugdbeweging een derde vormings- en opvoedingsmilieu zijn naast de thuissituatie en de school. We willen kinderen en jongeren, jongens en meisjes de ruimte en de kans bieden om via ervaringen in groep (spel, creatieve opdrachten, kamp, trektocht) hun eigen mogelijkheden en grenzen te ontdekken en te verleggen om zo te groeien naar zelfontplooiing.
Er zijn vijf pijlers waarop onze werking steunt:
1. ENGAGEMENT: jongeren en ouders engageren zich voor vrije tijd die niet vrijblijvend is
2. PLOEGWERK: we spelen en werken in groep. Samen staan we sterker. De inbreng van ieder is waardevol en onmisbaar.
3. ZELFWERKZAAMHEID: jongeren leren voor zichzelf zorgen en nemen naarmate ze ouder worden meer verantwoordelijkheid op.
4. DIENST: we kijken verder dan onze eigen werking. We willen onze stem laten horen in de maatschappij en het opnemen voor jongeren en mensen met minder kansen.
5. MEDEBEHEER: beslissingen nemen we samen. Samen zijn we verantwoordelijk voor de uitbouw van onze werking.